Verslag studiedag GENADE IS NOG GEEN RECHT op 5 november 2012 in Deventer

GENADE IS NOG GEEN RECHT

Over de spanning tussen recht en genade vanuit Joodse en Christelijke visie

In de sfeervolle synagogezaal van de Deventer sjoel hebben de aanwezigen zich gebogen over dit belangrijke thema. Immers, ook in de discussie over de rechten van Joden en Palestijnen wordt vaak  een beroep gedaan op de achterliggende religieuze opvattingen. Men vraagt genade voor elkaars rechten, maar er is sprake van een zekere spanning  als twee partijen  dezelfde rechten claimen.  Volgens sommige is in dit conflict alleen het  internationale recht van toepassing .

De eerste lezing werd verzorgd door Rabbijn Dr. Tzvi Marx, (docent Jodendom in Pardes Amsterdam en vele leerhuizen). Hij benadrukte dat er in de Joodse traditie altijd ruimte is geweest voor het compromis. De wet wordt geformuleerd, maar als twee partijen rechten claimen, dan vindt er arbitrage plaats om tot vrede te komen. Want vrede gaat boven recht. Het principe van de ‘pikuach nefesj’ (redden van leven) is een leidend principe in het Jodendom.

In de talmoedische discussies over Tora en  profeten wordt land opgegeven ter wille van vrede en goede verhoudingen. In de huidige rabbijnse discussie over het land en volk Israël is niet het paradigma van Jozua normerend maar veeleer Ezra en Nehemia. De meest invloedrijke rabbijnen staan achter de beslissing om land op te geven voor vrede. Probleem is echter dat de islamitische houding zeer compromisloos is. Het antwoord op de compromissen van Israël is altijd geweest aanslagen en het afvuren van raketten. Israël wordt niet geaccepteerd. Zie ook de Khartoum resoluties, waar door de Arabische deelnemers  het driemaal ‘No’ werd uitgesproken ‘geen onderhandeling’, ‘geen vrede’ en ‘geen erkenning van de staat Israël’. Deze opstelling is ongewijzigd gebleven.

De tweede lezing had een meer filosofische insteek met als onderwerp “De logica van de gift in het monotheïstisch idee van de genade”. Dr. Marc de Kesel (docent theologie/filosofie Hogeschool Gent) was een nieuw gezicht in onze kring. Zijn laatste boek “Goden breken” gaat over de ontmaskering  van alle afgoderij c.q. gemakzuchtig spreken over God. Hij beargumenteerde ook hier dat de monotheïstische godsdienst een ontmaskering is van de heidense religie. De God van de Joodse bijbel kenmerkt zich door enerzijds een jaloerse God te zijn en anderzijds presenteert deze God zich als de God van de rechtvaardigheid. Het monotheïsme heeft de waarheidsvraag in de religie gebracht. Het gaat haar  niet om dogmatische waarheden, maar juist om religiekritiek.

Het Beloofde Land is gerelateerd aan een ethische categorie. Het land is de plaats waar recht moet worden gedaan aan de rechtelozen. Het monotheïsme stelt niet de vraag naar de verhouding van de mens naar de godheid maar richt zich veeleer op de horizontale dimensie, de houding naar de medemens, ‘bemin uw naaste als uzelf’.

Elke religie heeft te maken met een gift ritueel. Het monotheïsme heeft die giftstructuur  veranderd. In de religie  moet de ontvanger van een gift iets teruggeven , een offer. In het monotheïsme is God de gever, alles is gift, genade,dus we hoeven niets terug te geven. God vraagt alleen liefde:  t.a.v. jezelf en je naaste.

Dr. Matthijs de Blois  (univ.docent rechtstheorie Utrecht) benadrukte dat volgens het internationaal recht Israël wel degelijk aanspraak maakt op het land vanaf de Middellandse Zee tot aan de Jordaan.

Hij schetste eerst enkele historische lijnen. In 1922 werd het zogenaamde Palestina mandaat opgesteld waarin de principes van de ‘Balfour declaration’ werden uitgewerkt. Het subject van dit mandaat was het Joodse volk, hetgeen opmerkelijk was, slechts een klein deel van de Joden woonde toentertijd in Palestina. In de preambule werd opgetekend dat er voor alle Joden sprake is van een  connectie met Palestina.

De Britse uitvoer van het mandaat liet zeer te wensen over en Engeland wilde van het mandaat af. Zij kwam met een verdelingsresolutie, waarbij Palestina zou worden verdeeld in een Joods deel en een Arabisch deel. Dit werd van Arabische zijde verworpen.  Vijf Arabische landen begonnen een oorlog..

In 1948 is de staat Israël uitgeroepen. Een van de elementaire rechten van een staat is het zelfbeschikkingsrecht. Dit zelfbeschikkingsrecht heeft een sterke juridische basis dat verankerd ligt in internationale verdragen. Israël mag zich op basis van dit recht definiëren als een Joodse staat en is gelegitimeerd haar eigen culturele identiteit te bepalen.

De grenzen van Palestina liepen volgens het Palestina mandaat tot en met Jordanië. In 1923 werd de oostgrens aangepast tot aan de Jordaan. Daarmee heeft Israël soevereiniteit ontvangen tot aan de Jordaan.

Tijdens de onafhankelijkheidoorlog nam Jordanië de westoever in beslag en Egypte de Gazastrook. De huidige grenzen zijn de wapenstilstandsgrenzen van toen (’67) en hebben volgens het internationale recht geen juridische status. Gevolg is dat er geen sprake kan zijn van bezette gebieden, het is juister om te spreken over omstreden gebieden.

Volgens het internationale recht heeft een staat het recht zich te verdedigen en in bepaalde gevallen is geweld ook geoorloofd.

 

Na de lunch werd in groepen verder gepraat over stellingen van de sprekers.

Zoals altijd was er in de plenaire ontmoeting volop ruimte voor resterende vragen, waarmee een levendige discussie op gang kwam.

Tot slot van het programma gaven Tom Furstenberg (chazan) en Sanne Terlouw uitleg over de prachtige synagoge die momenteel weer in gebruik is genomen door een (kleine) Joodse gemeente.

 

 

Comments are closed.