Toelichting gesproken column pvdw
Beste mensen, mijn gesproken column van vanmiddag behelst een drietrapsraket. Aan de orde enkele fundamentele vragen omtrent oorlog en vrede, enige actuele ervaringen vanuit het uitzendgebied, en een enkele doorgronde Bijbelse notitie.
Inleiding
Oorlog is een voortzetting van de politiek, maar dan met andere middelen. Aldus de bekende stelling van de Duitse generaal Carl von Clausewitz, uit het begin van 19-de eeuw. Oorlog voeren is als een soort schaakspel, dat heren politici met elkaar voeren. In de 19-de eeuw waren dat voornamelijk de Franse- en de Duitse legers die tegen elkaar vochten. Militairen als pionnen, als instrument, van de politiek. In dienst van het vaderland. Het omgekeerde is echter ook waar: politiek is een voortzetting van oorlog, maar dan met vreedzame middelen. Vrede betekent in onze Europese geschiedenis dat er geen oorlog meer is. Dat nooit meer, zeggen we dan. De Europese Unie is daar op gebouwd. Politieke en economische samenwerking tussen aartsrivalen Frankrijk en Duitsland.
In het parlement strijden volksvertegenwoordigers met elkaar rondom politieke vraagstukken waarbij op de achtergrond verschillende belanghebbende maatschappelijke partijen en electoraten in beeld zijn. Werknemers tegenover werkgevers, liberalen tegenover socialisten, en noem maar op. Door in deze arena naar samenspraak te zoeken, daarbij te onderhandelen en door samenwerking aan te gaan, wordt leiding gegeven aan de bevolking opdat spanningen gepacificeerd worden en de leefbaarheid blijft bestaan zodat kwetsbare mensen zich veilig weten, en het kind ruimte vindt om te spelen. En de ondernemer kan ondernemen. Afijn, uit dat debat, uit die politieke strijd, wordt een meerderheid gevonden die het besluit neemt om het wapen in te zetten.
Aldus is sprake van een interessante spanning tussen het politieke debat en het militaire combat. Tussen de politieke arena en het militaire theater. We zijn een staat in oorlog, doch we zoeken vrede. Realiseert u zich dat we momenteel 33 internationale vredesmissies hebben waarbij Nederlandse militairen betrokken zijn. Te land, ter zee en in de lucht. Ons land kent een hoog ambitieniveau, om met de militairen en beschikbare wapens op zoveel mogelijk plaatsen in de wereld een bijdrage te leveren aan de vrede. Tegelijkertijd echter hebben we moeite om onze defensiebegroting op orde te krijgen. Lopen we uit de pas bij de NATO. Een PvdA-leger, met VVD-ambities.
De Canadese filosoof René Girard daarentegen is van mening dat zodra geweld wordt aangewend er een geheel eigen dynamiek en spiraal van geweld ontstaat, die voornamelijk wordt gevoed door het verlangen de ander na te doen en zo mogelijk te overtreffen, en dat geschiedt over en weer. En: schakel de belangen van de wapenindustrie en het grootkapitaal niet uit. De politiek heeft als het ware het nakijken, achteraf wordt veel recht gebreid. Dat er een eigen dynamiek ontstaat is duidelijk geworden in het Midden Oosten. IS blijkt in staat te zijn om een bom in een passagiers vliegtuig te plaatsen. Afgelopen weekend hebben we de verschrikkingen in Parijs gezien.
Ervaringen
Van dichtbij heb ik de oorlog tegen IS kunnen meemaken, toen ik als dominee/geestelijk verzorger afgelopen voorjaar voor drie-en-halve maand mee op uitzending ben geweest met een F-16 detachement. Ongeveer 230 militairen en een achttal vliegtuigen. Die vechten voor vrede tegen de IS. Vanuit een vliegbasis in het Midden Oosten stijgen de vliegtuigen op om boven Noord-Irak bommen af te werpen op stellingen van de IS. Bijzonder om als burger mee te gaan met militairen, niet door het ministerie van Defensie uitgezonden, maar met een zending van de PKN met de militairen mee. Ik ben een non-combattant tussen de combattanten. Ik val niet onder de krijgstucht en ik ken ambtsgeheim.
Mijn taak behelst de geestelijke verzorging van de militairen. Allereerst is daar de nuldelijns presentie op de werkvloer, langs de militairen lopen en gesprekjes aanknopen. Dat is de basis van je bestaan. Vanuit die contacten worden afspraken gemaakt voor een goed gesprek onder vier ogen. Ik hoor veel van hun werk, hun contact met het thuisfront, de vragen rondom de uitzending.
Daarnaast poppen ook vragen op rondom de Islam. Onderwerpen als: de 70 maagden als beloning, over het vasten, de sluier en noem maar op. Dat komt omdat er een vijftigtal Egyptenaren voor ons werken in de catering, de schoonmaak en het onderhoud. Het is bovendien de maand Ramadan, dus gespreksstof genoeg. Vanuit de dienst Islamitische geestelijke verzorging (IGV) bij Defensie worden ramadanpakketten gestuurd, die ik uitdeel. Ook bezoek ik de lokale moskee.
Samen met een maatschappelijk werker, een arts, een personeelsfunctionaris en de commandant van het detachement vormen we een Sociaal Maatschappelijk Team, SMT geheten. Daarin bespreken we het wel en wee van mensen die we treffen. Zo nodig kunnen mensen naar huis vanwege een sterfgeval thuis of ernstige ziekte in de familie.
Wekelijks organiseer ik een viering, waarbij gemiddeld acht mensen aanwezig zijn. Daarnaast komt een gespreksgroep van een man of vijf wekelijks bijeen. Ik zoek inspiratie en aansluiting bij de woestijnverhalen van Mozes, Elia en Jezus. Onderweg zijn, vanuit een roeping, op zoek naar vrede en gerechtigheid. Er komen weinig mensen op de diensten af. Deels omdat er hard gewerkt moet worden, en dikwijls in onmogelijke shifts. Dag en nacht gaan de operaties door. Anderzijds omdat we in een veilige omgeving verblijven, is er echt niemand die zich zorgen maakt over zijn eigen veiligheid. Geen raketten of granaten die inslaan. Alleen de vliegers kunnen gevaar lopen, wanneer er technische problemen met hun vliegtuig zijn.
Mijn meest in het oog springende activiteit is de gesproken column die ik iedere week bij de Keek op de Week hou. Een wekelijkse update van de operaties, een stand van zaken hoe we d´r voorstaan, en een agenda voor de komende week. Iedere week een onderwerp dat ik oppik uit de gesprekken met de mensen. Over de samenstelling van ons detachement, over het eten, het afzien tijdens de Ramadan, of de geheime liefde die hier en daar oppopt tussen jonge mannen en vrouwen. Ik lees zowaar een tekst uit het Hooglied. Noem het een preek voor de leek. Hier en daar met profetische ondertonen. Want dat is en blijft mijn roeping, en verzoeking. Een grote worsteling, nu nog.
Theologische mijmering
Een worsteling zoals velen van ons hebben met de teksten waarin sprake is van geweld. Neem nu Jethro leider van een nomadenstam en schoonvader van Mozes. In de boeken Exodus, Leviticus en Numeri is Adonai in feite een nomadengod, die meetrekt door de woestijn. Het draagbaar heiligdom verblijft in een tent midden in het kamp. In de woestijn gelden geheel andere regels dan bijvoorbeeld in een stad. Alles is vloeibaar en nauwelijks gestold. Adonai is een god die de strijd niet schuwt. Paard en ruiter stort hij in zee.
Wonderlijk vind ik dan dat tegenover de uittocht uit Egypte waar het hard tegen hard, hart tegen hart gaat, de intocht door Jericho in feite een vredelievend verhaal is. Een liturgisch verhaal. Ik loop al lang met dat verhaal rond. Want het is in feite de opmaat van de profetie van Israël. Zoals je de uittocht uit Egypte als opmaat, als eerste woord beschouwt van de Tien Woorden, zo laat dit verhaal zich als opmaat, inleiding op de profetie lezen? Zonder slag of stoot valt de stad, enkel door ramshorengeschal en liturgische processie. De stad Jericho wordt gegeven. Heel bijzonder, want Jericho staat in feite voor het gehele land.
Laten we kort door het verhaal lopen. Jozua ontmoet een man bij of in Jericho. Jozua vraagt hem: hoor je bij ons, jij, of bij onze benauwers (NV). De man heeft een ijzeren pen of staaf, zo u wilt een zwaard in zijn hand. Jozua moet zijn sandalen uitdoen, want het betreft heilige grond, evenals bij de brandende braamstruik. De plek of plaats, zo klinkt dat beter, is heilig. Je neemt geen bezit van, je toont respect voor hetgeen van een ander is. Zoals je een tent binnentrekt en je schoenen uitdoet, uit respect tegenover de gastheer of vrouw.
Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord kan behalve zwaard ook gewoon ijzeren stift betekenen. Het komt in de context van de Tien Woorden voor. Je zult geen altaar bouwen met door een stift bewerkte stenen. Geen afbeeldingen op je altaar. Ik weet dat het wellicht vergezocht is, maar ik kan het niet laten. Staat de engel daar dus met een zwaard of met een bic. Een pen. Een schrijfpen zo u wilt. Niet om Jozua tegen te houden of om angst aan te jagen, maar om hem te herinneren aan het woord. Deze vertaling heeft gevolgen voor de rest van het intochtsverhaal waar het een staande uitdrukking is dat de stammen die in Kanaän wonen met de mond van het zwaard worden geslagen. De bek van het zwaard, aldus de NV. Worden ze dus koppie kleiner gemaakt, of moet je lezen dat ze met wat uit de mond van de stift komt om de oren worden geslagen: het woord van Adonai? Niet de scherpte van het zwaard, maar de scherpte van het woord?
Nadat de stad is gevallen en is ingenomen eindigt het verhaal dat Adonai met Jozua is, en dat dit gerucht, deze mare, dit van horen-zeggen door het gehele land gaat. Wat dan? Dat Adonai zonder slag of stoot het land aan Jozua cs. geeft. Niet met het zwaard, maar met liturgie wordt Jericho, ja het land ontsloten.
En wee je gebeente diegene die de stad opbouwt op zijn eersteling, of op zijn jongste kind. Die is vervloekt. Huiveringwekkend deze tekst. Iets van een echo van de nacht van Exodus wanneer de eerstelingen van Egypte sterven. Kom daar eens om. Onze eerstelingen wie zijn dat? Onze jongens en meisjes die hun vaderland dienen? Aan IS-kant zie je jonge jongens en meisjes, aan onze kant zie je jonge jongens en meisjes. Bereid te sterven. Het verbaast mij telkens weer dat militairen die een gesneuvelde kameraad uitgeleide doen telkens weer spreken over het hoogste offer. Militairen offeren hun leven op. In feite staan wij als samenleving dat toe dat het mooiste dat we hebben wordt ingezet, ja wordt geofferd, om politieke doelen te bereiken, en dat dat ten koste kan gaan van levens van jonge mensen. We bouwen zo onze vrede op, op het leven van deze jonge mensenkinderen……